Menhir Peyro-Lebado
Het was weer een volle week met leuke ondernemingen. Ga er maar even goed voor zitten. Dit weekend stond in het teken van opnieuw een Menhir zoeken. Sommige menhirs zijn hier goed aangegeven en makkelijk aan te lopen, of zelfs vanaf een wandel/fietspad goed te zien. Sommige menhirs zijn dat helemaal niet, die staan midden in het bos, zonder dat er een pad naartoe gaat. Met Franck gingen we op pad richting Ganges/Cazilhac, om daar een bergweggetje in te rijden waar we de zoektocht konden starten. Het eerste gedeelte was prima te lopen over paden.
Bart links en Franck rechts op zoektocht
De laatste twee- driehonderd meter was het toch flink zoeken naar de Menhir en de Dolmen. Daar gaat het pad niet heen. Je weet ongeveer de richting, maar niet precies. Dus ploegend door de forêt dense (de dichte bebossing), soms snoeiend, en klauterend over stenen hebben we ze na een aantal pogingen toch gevonden. Op de foto hierboven gingen Bart en Franck de bush in, ik bleef de 'phare' (vuurtoren), het baken om de weg terug te vinden. Ik gaf alleen geen licht, maar moest geluid maken om de weg terug te vinden.
Menhir Peyro-Lebado vanaf de ander zijde gezien
De naam Peyro Lebado is denken we een naam uit het Occitaans, en betekent waarschijnlijk zoiets als 'pierre plantée' ofwel een geplante/geplaatste steen.
Dolmen de Campestre
De dolmen en de menhir liggen een paar honderd meter van elkaar verwijderd, dus twee keer die zoektocht door de dichte bebossing gedaan. De dolmen lijkt ingestort te zijn, de bovensteen (een enorm ding!) is er vanaf gegleden.
Bij dit soort wandelingen kom je meest fantastische uitzichten tegen, dat is hier zó genieten. Na vier uur wandelen en klauteren waren we weer terug in St Hippo en dronken we -natuurlijk, zo gaat dat hier- een apéro bij Franck en Cathy thuis om de vondst te vieren. Franck weet ontzettend veel van de omgeving, dus wij zijn een soort sponzen om al die informatie tot ons te nemen. Heerlijk!
Maison Rouge
Even terug in de tijd... maandag gingen we met Inge weer een museum bezoeken, maar eerst hebben we 's ochtends Régis een handje geholpen bij zijn tweede huis. Er waren twee grote bladeren van zijn palmboom afgevallen, daar zitten lelijke stekels aan en zijn echt enorm groot. We hebben die in de bus geladen en bij de déchetterie meteen weggebracht. Daarnaast had hij een natuurstenen kolom in de kelder staan, die zij ooit uit India hebben meegenomen. Die mochten wij hebben en hebben we dus meegenomen, deze alleen niet bij de déchetterie gebracht! Met een handje van Inge erbij was dat wel te tillen.
Na de lunch bezochten we dus museum Maison Rouge in Saint Jean du Gard, dat is een echt streekmuseum in een oude filature met een flinke nieuwbouw ernaast. Het museum is erg mooi ingericht en vertelt van alles over de historie van de Cévennes. Over de protestanten die hier schuilden en weerstand boden tegen de katholieken, over de bodem met verschillende steensoorten, over de kastanjes en andere streekproducten, over typische gebruiken in de streek, over armoires (kasten) uit de streek (we herkenden een van onze kasten!) en de filature was ingericht over de zijdeindustrie (vanzelfsprekend, want de filature was de zijdespinnerij).
Départ d'Inge de Sintipo
Natuurlijk mag Inge ook op de trap voor het staatieportret voor onze galerij. Meestal gebeurt dat vlak voor het afscheid. Gelukkig duurde het afscheid voor mij iets langer, het zit zo: Inge heeft nóg een vriendin die in Frankrijk woont, al zo'n vijfentwintig jaar. Nu woont die vriendin, Ineke, zo'n 200 kilometer bij ons vandaan. Voor Franse begrippen is dat om de hoek. We hadden afgesproken dat ik Inge naar haar toe zou brengen, ook om met Ineke kennis te maken. Ik ken haar van naam en verhalen van Inge ook al zo'n twintig jaar, maar heb haar nog nooit ontmoet. Ze woont in de buurt van Albi en ik had wel eens gehoord dat dat een mooi stadje zou moeten zijn.
Albi
Albi is een fraai gerenoveerde stad, waar een aartsbisdom gevestigd blijkt te zijn. Het heeft daardoor een enorme kathedraal in het centrum van het stadje staan, de grootste in heel de wereld van baksteen. Het is een figuurlijke vesting tegen de ketterij van de Katharen, gebouwd tussen 1280 en 1480.
Dat zie je goed op de foto hierboven, waar het een bakstenen schild lijkt om de kerk heen gebouwd. Foto is natuurlijk niet zelf genomen, ik had mijn drone niet bij me, een informatiepaneel liet dit zien wat het wel goed duidelijk maakt.
De buitenzijde is een groot contrast met de rijk versierde binnenzijde: veel kleur en voor het eerst zag ik fraaie geometrische muurschilderingen die erg eigentijds ogen. Sinds twee jaar is het gebouw genoteerd op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Het heeft een enorme absis in het midden. Die is dan weer zo rijkelijk versierd, dat het weer een beetje té is.
Henri de Toulouse-Lautrec
De grootste verrassing die Inge en ik ontdekten, was dat de schilder Henri de Toulouse Lautrec in Albi is geboren en daar een eigen museum heeft. Nou, die slaan we natuurlijk niet over! Het museum zit in het bisschoppelijk paleis als ik het goed begrepen heb, Palais de la Berbie. Prachtig pand met mooi ingerichte museumzalen, weelderig aangelegde tuin, mooi uitzicht over de Tarn, veel groter dan we hadden verwacht.
De tentoonstelling was mooi opgebouwd en liet schetsen en tekeningen uit zijn vroege jeugd zien. Dit schilderij hierboven schilderde hij bijvoorbeeld toen hij zeventien was, pfffff. Hij had een aangeboren afwijking (zijn ouders waren neef en nicht, dus een soort Katwijkse ziekte), waardoor hij veel ziek en dus thuis was. Daardoor tekende en schilderde hij in zijn jonge jaren veel dingen om zich heen: honden, katten, paarden. Het museum vertelde ook veel over de personen die hem lesgaven en over zijn collega studenten in Parijs. Leuk om te zien hoe verschillende schilders hetzelfde onderwerp schilderen. Een aanrader voor iedereen die in de buurt van Albi komt! De meesten zullen deze schilder herkennen van de affiches uit Parijs, zoals deze:
Uiteindelijk moesten we nog een beetje haasten, want het museum was best groot en interessant en de museumwinkel moest ook nog bezocht worden. We wilden graag voor het donker bij Ineke aankomen en dat was nog bijna een uur rijden vanaf Albi, ook om de hoek dus ;-)
Lestrade-et-Thouels
Het dorpje van Ineke, Lestrade, is totaal anders dan ons dorp. Wij leven dan bijna in een stad, haha. Dit is een klein gehuchtje met veel nieuwbouwwoningen met ruime tuinen en prachtig uitzicht over de streek. Je ziet wel dat het departement Aveyron heel anders van karakter is dan de Gard, waar wij wonen. Wel hoog, maar minder rotsachtig. Glooiende heuvels, veel landerijen en weiden met koeien. Totdat je de rivier de Tarn bereikt, daar is een enorme kloof en goed te zien dat het daar toch best heel hoog gelegen is.
Na een gezellige avond met zijn drieën, reed ik de ochtend erna terug naar huis. Inge achterlatend voor haar tweede helft van haar vakantie bij Ineke. We hebben voorgesteld dat een volgende keer Inge dezelfde trip, maar dan andersom gaat maken, dus eerst naar Ineke en dan bij ons. Gezellig!