Zonnestralen zijn niet de zon
Door de op ons toegepaste leermethoden, zetten we ons vrije bewustzijn steeds meer vast in de symbolische abstracten van de mind. Waarna, als je er weer vanaf wilt, je er een inzicht over moet verkrijgen om je ervan te bevrijden. Het lezen van andermans inzichten is goed om te doen, maar je hoeft niet je leven aan te passen op basis van wat je ervan begrepen hebt. Je kunt er je eigen vastzittende bewustzijn niet mee bevrijden, je zal er op z'n best een filosofie van maken of er een levensvisie mee formuleren... zoals met Boeddha's inzichten is gebeurt in Boeddhistische filosofie. Het is zeker heerlijk om op Boeddha's inzichten te mediteren, maar hoe prachtig ook… alleen door naar jezelf te kijken, lost je mind op.
Inzicht komt vanzelf, wanneer je eigen mind zich reflecteert in het bewustzijn dat al in je is. Inzicht proberen te verwerven door de inzichten van een ander als onderwerp van contemplatie te gebruiken of erop te mediteren, is als een poging om zonnestralen te vangen en daarmee te proberen de zon te worden. Je kan wel op inzichten mediteren, het is nou eenmaal heerlijk in de zon. De inzichtelijke mogelijkheden van een mens blijven er echter wel onaangeraakt door. Je verkrijgt er geen eigen inzicht door en je kunt er daarom ook niet niet verlicht door worden: je zit slechts eventjes in iemand anders z'n licht en je voelt je dan helder belicht.
De Boeddha's inzichten zijn als zonnestralen waar je je heerlijk aan kunt verwarmen, omdat je er even mee in het licht zit. Deze inzichten proberen te verwezenlijken door erop te mediteren is zeker een heerlijke tijdsbesteding, maar je zal er nooit de zon van worden. Dat is een onmogelijkheid. Je kunt zijn “zonnestralen” niet terugreizen naar de “zon” die hij was. Je zal, als je een inzicht “verwezenlijk” er nooit het licht van Boeddha's bewustzijn door kunnen worden. Het feit dat je Boeddha's woorden als inzichten ziet en ze uit Boeddha voortkwamen, maakt niet dat je de inzichten terug kunt bewandelen naar de staat van Boeddha, want ze zijn een bijeffect van zijn zelfverwezenlijking.
Het verwezenlijken van jezelf is wat nodig is. Boeddha verwezenlijkte zichzelf, of anders gezegd: hij werd wezenlijk zichzelf. En als bijeffect daarvan is wat hij zegt, wezenlijk en inzichtelijk. Hij spreekt vanuit de staat van inzichtelijkheid. Natuurlijk is dan wat hij zegt, voortgekomen uit zijn zicht naar binnen... het is zijn inzicht dat het mogelijk maakte.
Het woord inzicht is hier het woord wat verschillende connotaties heeft, waardoor het in beleving verschillende vormen teweegbrengt.
Inzicht is een werkwoord en wat eruit voortkomt noemen we hetzelfde, maar dan als zelfstandig naamwoord: inzicht. Inzichten is naar binnenkijken. Boeddha noemde het inzichten en Jezus noemde het bekeren. Inzichten, als zelfstandig naamwoord, zijn wat daaruit voortkomen en inzichten is wat je dan doet. Inzichten is is naar binnen kijken; het is zelfreflectie: je bent dan bekeerd.
Maar de inzichten zijn de toestand niet en geen hoeveelheid contemplatie op de inzichten van een ander, zullen je jezelf doen verwezenlijken. Ze zijn slecht hints voor het feit dat naar binnen kijken kan.
Met de inzichten van een ander, ben je slechts belast door het geloofssysteem wat je mind ervan zal gaan maken. En omdat de meeste religies verschrikkelijk oud zijn, zijn ze al helemaal uitgedacht om zonder resultaat te blijven. Je zal daarom hooguit proberen te doen zoals je beleving je doet geloven dat een Boeddha of Christus is, door de kennis van een heilige boek of geïnstitutionaliseerde religie of ideologie. Je zal proberen te praten zoals je denkt dat “Hij” praatte; je zal doen zoals je denkt dat “Hij” deed. Je zal “Zijn” inzichten reciteren en interpreteren… Prachtig, maar je hebt niet “Zijn” zien vanbinnen. Zijn licht schijnt niet daar in jou. Je hebt niet de aandachtige herkenning van de eigen bewegingen van je mind, zoals een verlichte dat heeft. Je bent er slechts met iemands inzichten vandoor gegaan en je gebruikt het alsof het je eigen licht is wat daar schijnt. Je bent niet jezelf en daardoor doe je niet “Gods wil”.
Als je gebonden bent aan een bepaalde geloofsovertuiging, dan ben je slechts bekend met de beginselen van zelfkennis, al zijn de meeste onbegrepen en kapotgemaakt door de cult invloeden, maar er is daardoor niets in de mensheid veranderd, we zijn slechts verder van huis geraakt. Het is nog even donker in de mens als voor de eerste religie begon.
Hoe kun je een ander z'n licht zijn? Hoe kan je een ander z'n aandacht zijn? Het kan niet. Je kan geen ander zijn. Al de verwijzingen van verlichten en wijzen, zijn slechts een verzameling zienswijzen die je mind naar jezelf toedraaien.
Licht, als zonlicht, is intelligente informatie: het vertelt alles in de natuur te groeien. Net zo dient jouw eigen wezen te groeien door jouw licht erop te laten schijnen: jouw licht kan je wezenlijk doen groeien, door je eigen aandacht op jezelf te richten, waardoor jouw egoïsche mind oplost en er geen bewustzijn meer in de verdeelde abstractie van mentale associaties opgesplitst wordt.
Je aandacht is niet uitsluitend om je in de wereld te kunnen bewegen; je aandacht kan ook de manieren belichten hoe je vastzit in jezelf... En eenmaal gezien, bevrijdt het zich, en wat je dan doorziet, noem je inzichten en wat je dan deed is inzichten.
Andermans inzichten kunnen helpen, zeker, als je ziet waar ze naar verwijzen. Maar er komen te weinig mensen zo aan. Het lukt amper iemand naar binnen te kijken, want iedereen blijft hangen bij het opnemen van andermans inzichten om daarop te contempleren.
Eenmaal je hebt begrepen hoe dit werkt, is er geen enkele religie van enig nut voor zelfverwezenlijking.
Het hele “probleem” en al ervoor nodig is om het op te lossen... ben jezelf.