Op moment van schrijven ben ik al meer dan zes weken in Korea. Het land waar ik fantastische dingen heb gezien, de vriendelijkste mensen heb ontmoet en uiteraard het beste eten heb geproefd. Tijdens mijn Chusok vakantie, waar ik in mijn vorige blog over schreef, ben ik naar de gedemilitariseerde zone geweest. Dit is ook wel bekend als het grensgebied, of de DMZ. Hier zijn we op sleeptouw genomen door onze gids of bewakers. Het was de plek waar ik officieel voet zette in Noord-Korea, hoe spannend dat ook klinkt. De tour was echt een van de meest bijzondere ervaringen die ik tot nu toe heb gehad. Onder de medereizigers voelde je een lichte spanning gedurende de tour, omdat zij net als wij wisten, dat er risico’s waren. Ze vertelden ons over de Koreaanse oorlog, de historie van het neutrale gebied en de gebeurtenissen die bijna geleid hebben tot een volgende oorlog.
Onze gids vertelde ons over de Noord-Koreaanse werkers die welles in dienst zijn geweest van de Zuid-Koreaanse overheid. Deze werkers krijgen ongeveer 65 dollar per maand betaald, waarvan 60 naar de NK-overheid gaat… Iedere pauze krijgen ze naast een lunch ook een soort choco cakeje waar ze echt gek op zijn, maar niet opeten. Deze choco cakejes zijn namelijk ontzettend veel waard in Noord-Korea. Daarom is het ieder jaar feest als de bonussen uitbetaald worden. Zoals verwacht, accepteren de NK-werkers geen geld, maar wel extra choco-cakejes. Op deze wijze wordt er toch indirect voor gezorgd dat iemand in Noord-Korea gevoed kan worden. In beide Korea’s is militaire dienst een belangrijke plicht die vervuld moet worden, echter is de duur erg verschillend. Zo wordt in Noord-Korea geëist dat een dienstplichtige minstens 10 jaar zijn plicht vervuld tegenover 2 jaar in Zuid-Korea. Al met al was de DMZ een ervaring die misschien niet voor iedereen weggelegd is, aangezien je nooit weet wat er kan gebeuren. Achteraf gezien zou ik het iedereen van harte aanraden om te doen.
Na mijn ervaringen in Seoul reisden we naar het zuiden waarbij we in het westelijke gedeelte van Korea eindigden, namelijk Gwangju. Deze stad is vergelijkbaar met Daegu, echter iets kleiner, maar zeer beroemd voor de beroemde studentenopstand in 1980. Tijdens deze opstand werden de wapens opgepakt tegen de toenmalige militaire regering die alles opving nadat de president overleden was in 1979. Na een drie uur durende busrit kwamen we aan bij de groene thee velden, een fantastische locatie om te bezoeken. Voornamelijk voor natuurliefhebbers is het een fantastisch uitzicht en een kans om puur Korea te bezoeken! Foto’s kunnen niet beschrijven hoe mooi de omgeving daar was.
Onze laatste dagen hebben we gespendeerd bij Mihwangsa Tempel, waarbij we een nacht mochten blijven. Hier werden we geïntroduceerd met boeddhisme en het leven van een monnik. Dit was veel zwaarder dan verwacht, vooral het lange mediteren en het ochtendgebed. Dit kwam mede door de houding die aangehouden moest worden, omdat wij als Westerlingen deze vormen zelden tot nooit gebruiken. De laatste dag hebben wij een berg beklommen om over het gebied uit te kunnen kijken. Deze klim was maar 600 meter, echter was de helling zo steil dat we zo nu en dan gebruik maakten van touwen of moesten klimmen over rotsblokken. Het moment dat de we de top bereikten was onbeschrijfelijk en laat het daarbij, de foto’s spreken voor zich.
Deze blog is toegewijd aan mijn oma, die in de ochtend van 9 oktober 2017 is heengegaan op 93-jarige leeftijd. Rust in vrede en ik hou van u.
Having a good one,
Wouter