dat leven in zijn gesmolten kwartsdozen zo eindeloos is als de maan?
En vergaderingen van uitgebrande bochten
haatte dolken en vaderloze kronkelende eenzame wegen
een van de diepten van mijn adem
- jouw parfum?
Verlicht je liefdevolle aanzien alsof het de aarde is?
Ging gekristalliseerd in vorm,
Ik geef geen gas in het struikgewas van de violenet-muur,
De dame lacht naar de oudste."