(Wat voorafging: In een doos op de kamer van haar dochter Julia vond Wilma een slang. Nadat ze van schrik het bewustzijn verloor, belde haar man Wolfgang niet alleen een ambulance, maar lichtte hij ook haar ouders in)
Het gordijn doet een poging er iets van te maken. Moedig verdeelt het de kamer in twee aparte slaapcompartimenten. Wilma ziet alleen de gele spatvlekken aan de onderkant van de stof. Dat gordijn mag dan zijn best doen, zo’n ziekenhuis is ook maar gewoon een plek waar mensen het laten gaan.
Wolfgang is nog steeds niet terug met de Latte Macchiato Caramel Expressi, ‘waar ze zich vast beter van zal gaan voelen’. Rover zit op het krukje bij Wilma’s hoofdeinde. Hij speelt op zijn telefoon. Het ding piept, bliept en fluit. Lang kan het niet duren, voordat haar zoon in de gaten loopt en zal worden meegenomen door de marsmannetjes. Julia staart uit het grote raam. Ze heeft nog niets tegen Wilma gezegd. En Wilma weet niet aan wie of waaraan ze zich het meeste stoort.
‘Kind, wat lig je hier krap,’ beantwoordt haar vader die vraag. ‘Wat stinkt het hier. Heb je al gedoucht. Schoon op jezelf zijn hoor, dat is belangrijk. Al ben je nog zo ziek. Weet je nog van tante Corrie en haar dubbele hernia? Dat nest maden in haar doorligwonden, omdat ze zich niet waste. Dat wil toch niemand? Dag Rover, dag Julia. Wat is het hier stil. Lig je hier alleen of heb je een ‘roomie’?
En Wilma verwondert zich alleen maar over het woord ‘roomie’
‘We zijn direct op de fiets gestapt. Je moeder wilde eerst niet. Maar ja, tijdens reces is de dienstwagen weg en de chauffeur op vakantie. Dus ik zeg tegen haar; met een helm op je hoofd, word jij heus niet herkent.’
Achter haar vaders rug staat inderdaad Wilma’s moeder. Ze kijkt naar de helm in haar handen alsof het een schuursponsje, een lunchtrommel of een kind is. Haar moeder heeft enkel vermoedens wat je met alledaagse gebruiksvoorwerpen kan doen. Geef haar maar de miljoenennota voor een comfortabel gevoel of anders een langdurige economische crisis.
‘Ik heb paling meegenomen. Dat vind je lekker toch? Vette vis is goed voor je hersens. Wist je dat? En ik dacht, ik doe er een lekker koud wijntje bij. Ik heb ook glazen mee hoor. Je mag toch wel wijn? Zo ziek zie je er eigenlijk niet uit. Wat heb je eigenlijk?
Wilma pakt zwijgend een glas aan. Het is niet vanwege de hoofdpijn dat ze haar vader niet antwoordt. Het is een spelletje geworden in haar hoofd. Wachten op de dag dat haar vader opmerkt, dat ze nooit reageert op zijn vragen.
‘Dag Ben, Dag Neeltje.’ De aanwezigheid van Wolfgang in de kamer en de geur van de koffie in zijn handen geven, troosten de sfeer in de kamer maar heel even.
Haar ouders luisteren naar haar man die hen bij-praat over de slang (waarbij Wilma heus ziet hoe haar moeder stiekem lacht als ze het hoort), over hoe Wilma onhandig tegen de punt van het bureau viel, de hersenschudding en een nachtje overblijven in het ziekenhuis. Rovers mobiel piept in haar oor. Juul kijkt nog steeds naar buiten. En in de kamer met alle mensen, waar ze het meeste van houdt, voelt Wilma zich tot in haar tenen alleen.
‘Ik verzorg je cavia’s deze week wel,’ zegt Julia dan. Eindelijk heeft ze haar hoofd weggedraaid van het raam en kijkt ze Wilma aan. En ze klinkt bokkig en haar ogen geven Wilma de schuld van de ongelukkige val, maar even is alles geluk.
Wat leuk dat je Wilma hebt gelezen. Wilma mag worden gedeeld en haar je duimen geven mag ook. Wil je Wilma vanaf het begin lezen, klik dan op de link @rsauerschnig
Congratulations @rsauerschnig! You have completed some achievement on Steemit and have been rewarded with new badge(s) :
Award for the number of posts published
Click on any badge to view your own Board of Honor on SteemitBoard.
For more information about SteemitBoard, click here
If you no longer want to receive notifications, reply to this comment with the word
STOP