Why I Tri (Dutch version)

in #sports7 years ago

Na het seizoen 2016 had ik even de tijd genomen om mijzelf af te vragen waarom ik doe wat ik doe. Of deed wat ik deed. Stof tot nadenken voor Germanisten. Dit was minder voor de hand liggend dan ik initieel had gedacht, hieronder het resultaat.

Het einde van het seizoen laat ruimte voor een moment van reflectie. Reflectie vooral door vragen die mij vanuit verschillende kanten gesteld zijn geworden, maar in essentie onder één gemeenschappelijke noemer kunnen komen te staan: Why I Tri.

Nu ik bij deze schijnbaar eenvoudig vraag stil sta om een niet-exhaustief lijstje op te stellen met alle voordelen en aantrekkelijkheden van deze sport, kan het stilstaan letterlijk genomen worden: het enige wat in mij opkomt zijn vage verwoordingen van emoties en belevenissen die voor niemand buiten mezelf van betekenis zijn. Wat mij daarentegen opvalt is dat wanneer de vraag negatiever gesteld zou zijn, ik wel onmiddellijk met een aantal argumenten op de proppen kan komen. Waarom zo maar niet proberen dan. Een omweg is tenslotte slechts verspilde tijd en moeite wanneer de eindbestemming niet wordt bereikt.

Het is beslist. Te veel nadelen. De fiets gaat aan de haak, ik kweek een pens en leef nog (net iets minder) lang en gelukkig.

Wat in mijn ogen de grootste rem is, is de nood aan materiaal en het kostenplaatje dat hierbij gepaard gaat. Hoewel dit zeer afhankelijk is van het ambitieniveau zijn een paar vaste kosten toch niet te vermijden, zelfs met het kopen van een tweedehands koersfiets, een instapmodel wetsuit en loopschoenen zit je al snel met totaalsommen die vier getalletjes bedragen. Vergelijk dit met de meest basic sport, lopen: een paar schoenen van 100 euro en gaan! Wanneer het ambitieniveau toeneemt komt daar een tweede wedstrijdfiets bij, misschien zelfs een aparte trainingsfiets; de wielen krijgen een opwaardering; het instapmodel wetsuit wordt aan de kant geschoven voor een meer performante versie, … De rekening tikt aan en je hebt nog geen slag gezwommen.

Ook het aspect van trainingsarbeid moet in rekening gebracht worden. Net als het materiaal zijn ook hier verschillen naargelang het ambitieniveau van betrokkene. Eén ding staat vast: als recreatief triatleet moet je driemaal meer trainingen verzetten dan als recreatief zwemmer, fietser of loper. Stijgt het ambitieniveau, dan stijgt het aantal trainingen en onlosmakelijk de trainingsuren. De impact op een sociaal leven valt niet te onderschatten: op vrijdagavond, wanneer de vrienden een terrasje doen, snel nog een zwemtraining in het lijf duwen om achteraf, als je niet uitgeperst bent als een citroen, nog aan te sluiten bij de gezelligheden. Toch opteren voor een fatsoenlijk aantal uren nachtrust, want zaterdagochtend staat alweer een fietstraining op het programma. En dit dag in dag uit, week in week uit, maand in maand uit.

Dit alles doorworsteld komen we aan de start van de eerste wedstrijd. In godsnaam, waarom zou iemand bij het volle verstand zichzelf een uur, twee uur, vier uur, … in de vernieling zwemmen, fietsen en lopen om met een schouderklopje, een ‘goed gedaan’ en een herinneringsmedaille huiswaarts te keren? Er zijn immers maar drie podiumplaatsen te verdelen onder de honderd of meer deelnemers. Daar komt nog eens bij dat deelnemen aan wedstrijden niet gratis is: de inschrijvingskosten stijgen jaar na jaar, de verplaatsingen die gemaakt dienen te worden zijn niet te onderschatten en dikwijls ben je zo lang bezig, of zo gefocust, dat de hele dag er aan hangt.

Tot slot worden we op de (sociale) media (als je in het milieu zit en weet waar te kijken) verzadigd met heroïsche beelden van ITU World Triathlon Series, Olympische Spelen en lange afstands evenementen zoals Iron Mans, Challenges en de allXtri reeks. Er wordt hoop gecreëerd. Er worden verwachtingen geschept. Deze evenementen doen ieder sportliefhebber wegdromen. De bittere realiteit leert ons echter dat slechts een minderheid de start, laat staan de finish van een dergelijk gebeuren in een andere rol dan toeschouwer mag zien.

Het is beslist. Te veel nadelen. De fiets gaat aan de haak, ik kweek een pens en leef nog (net iets minder) lang en gelukkig.

Of is dat wat kort door de bocht? Om het op z’n Cruijffiaans te zeggen: ‘ieder nadeel heb zijn voordeel’. Hierbij dient wel de bedenking gemaakt te worden dat dit geen eenheidsworst is. Wat voor mij persoonlijk doorslaggevende voordelen zijn, zijn voor een ander misschien verwaarloosbare bijkomstigheden. Die ander heeft ongelijk.

Triatlon omvat duidelijk alle positieve elementen van een kamp met de mutualiteit, zonder de dwaze spelletjes.

De kosten, daar kunnen we niet omheen. Een basisuitrusting is het minimum minimorum en onderhouds- of herstellingskosten zitten er sowieso aan te komen. Echter alles wat we daarnaast nog extra uitgeven is uit eigen overweging. Een motto om in dit kader te onthouden is ‘buy cheap, buy twice’ of ‘buy cheap, get cheap’, whatever floats your boat. De verschillende interpretaties, optimistisch of pessimistisch, laat ik aan uzelf over.

Ook de trainingsuren zijn wat ze zijn, samen met hun impact op wat door Jan Modaal als normaal sociaal leven aanzien wordt. In mijn ogen is dit niets negatiefs, integendeel. Zelden heb ik op zo een korte tijd zoveel mensen leren kennen, zoveel verschillende omgevingen kunnen doorkruisen op de fiets en toch zo een band met vrienden en familie kunnen behouden als tijdens mijn eerste jaren in de sport. Dankzij deze allesomvattende sport heb ik zelfs de liefde van mijn leven leren kennen. Triatlon omvat duidelijk alle positieve elementen van een kamp met de mutualiteit, zonder de dwaze spelletjes.

DSC_0793.JPG
Vlnr. De liefde van mijn leven en ikzelf

De wedstrijden blijven een vraagteken. Een persoon moet op z’n minst licht masochistisch zijn om zichzelf het wit uit de ogen te willen lopen en daar nog voor te betalen ook. Hier de zuurverdiende weekends aan op te offeren of, in geval van verre, buitenlandse wedstrijden, zelfs de verlofdagen. Wat buitenstaanders niet kunnen vatten is het gevoel van de finish te overschrijden. Een grens die zowel fysiek als mentaal letterlijk verlegt wordt. Blij dat het gedaan is, maar niet kunnen wachten op de volgende. Het gaan waar je nooit gedacht had te kunnen gaan. Het gevoel dat hetzelfde is voor diegenen op het podium als voor de rode lantaarn. All are equal in death, all are equal in triathlon.

Rest ons nog de onbereikbare dromen. De schijnbaar onbereikbare dromen lijkt mij een meer correcte verwoording. Het citatenboekje van de recentelijk overleden Muhammad Ali puilt uit van de oneliners die ons tot de finishlijn kunnen duwen. De enige zekerheid die we hebben is dat als het in het kopje kan, het overal kan.

Dromen mag.
Dromen moet.
Ik droom van de Norseman. Wie houdt mij tegen?

If your dreams don’t scare you, they aren’t big enough. - Muhammed Ali

Sort:  

Hi! I am a robot. I just upvoted you! I found similar content that readers might be interested in:
http://www.tri-niki.be/aggregator?page=3